'Je hebt absoluut spikes nodig,' zegt de organisatiemedewerker als ik bij hem informeer naar het beste schoeisel voor de loop vanmiddag. 'U bent deze condities niet gewend,' vervolgt hij om zijn stelling nog wat kracht bij te zetten. Ik sta in het stadhuis van Tromsø met een tas met het loopshirt (met een bijzonder fraaie print van het noorderlicht) en het startnummer voor de Polar Night Halfmarathon. Even later pronken we in de sneeuw met onze startnummers voor onze fotograferende supporters. We wandelen gezamenlijk terug naar het hotel. Het is waterig koud hier ruim binnen de poolcirkel. Het schemert, want tijdens de poolnacht komt de zon niet boven de horizon en is het maar een paar uur licht. In het hotel gaat de discussie over het aantal laagjes kleding en vooral het schoeisel vrolijk verder. Het is een paar graden boven nul en op delen van het parcours liggen ijsplaten. Uiteindelijk brengen alle lopers vlak voor vertrek zolen met spikes rond de loopschoenen aan en schuifelen we onwennig over sneeuw en ijs richting het startvak. Tien Nesselopers lopen de halve marathon, vier de tien kilometer. Het is al donker als om drie uur 's middags het startschot klinkt en het tikkende geluid van honderden spikes door de ijsvrij gemaakt winkelstraat echoot. Ik twijfel dan nog steeds over die verdraaide spikes. Mijn voeten zwikken, één bandje knelt en het loopt voor geen meter. Als we na vijfhonderd meter over een ijsplaat de eerste helling begroeten ben ik om. Hier was ik anders snoeihard onderuitgegaan. In de sneeuwranden langs het parcours branden fakkels. Na een paar kilometer strekt de stad zich naast ons uit en zie ik het licht van het kabelbaan station boven op een kam van de berg Storsteinen. Vanaf dat punt hadden we de dag ervoor een prachtig uitzicht over het sprookjesachtig verlichte Tromsø.
Ik loop in een groepje van vijf en ons sleutelwoord is genieten. Van elkaars gezelschap, de sneeuwvlakten onderweg, de lichtjes van de stad naast ons, de loopmaatjes die ons na het keerpunt halverwege tegemoet komen.We begroeten elkaar met een enthousiasme alsof we oude vrienden na lange tijd weerzien. We vinden onderweg tijd om met andere lopers te praten, afkomstig uit onder andere Polen en Duitsland. Het lopen op spikes maakt het zwaar en ik krijg last van plekken die ik anders nooit voel tijdens een loop. Het smeltende ijs vormt diepe plassen die ik in het donker soms te laat zie waardoor ijskoud water mijn schoenen binnendringt. Op de terugweg blaast een straffe koude tegenwind over de sneeuwvlakten en dat voelt heerlijk, alsof het leven letterlijk door je aderen wordt gepompt. In de laatste kilometers zitten twee flinke klimmetjes waarna we met z'n vijven naast elkaar triomfantelijk de laatste meters afleggen. Na de finish omhelzen we een aantal reeds gefinishte loopmaatjes, die in de kou hebben gewacht. Ik ben ontroerd door het kameraadschap en het unieke evenement waar we aan deelnemen. Met aluminium isolatiedekens omgeslagen gaan we terug naar het hotel waar iedereen elkaar weer vindt. Wat was dit een fantastische beleving met een prachtig vormgegeven medaille als aandenken. En dit was nog maar een deel van het verhaal van deze magnifieke reis. Zo ontpopten we ons bijvoorbeeld tot volleerde mushers tijdens een unieke ervaring met sledehonden. En wachten nog nieuwe avonturen want we zijn nog steeds in Noorwegen.