menu
21 januari 2019

Tromso vervolg

Hoe omschrijf je een eerste verliefdheid? Het geluid van een wonderschone symfonie? De smaak van een hemels gerecht? Hoe omschrijf je het noorderlicht dansend langs een sterrenhemel? Hoe geef je woorden aan wat zich niet laat beschrijven omdat het je zintuigen net heeft betoverd?

Op pad

Ons avontuur begon met de nodige hindernissen. We vlogen eerst van Schiphol naar Kopenhagen. Daarna zouden we via Oslo doorvliegen naar Tromsø. Door vertraging in Kopenhagen, veroorzaakt door het wachtten op de piloot, vertrok onze aansluitende vlucht echter al voordat ons vliegtuig in Oslo op de landingsbaan stond. Met Noorse efficiency werden we vervolgens naar een troosteloos gelegen hotel getransporteerd. De volgende ochtend verliep het inchecken vlot, waardoor we uiteindelijk om elf uur het hotel in Tromsø binnen liepen. Daar keken twee receptiedames ons in opperste verbazing aan, want ze hadden niet meer op onze komst gerekend, en al helemaal niet met dertien mensen tegelijk. Nadat alles recht gezet was gingen we op pad. We moesten ook wel, want Tromsø ligt boven de poolcirkel en in de poolnacht is er alleen tussen half tien ‘s ochtends en twee uur ’s middags een schemerig licht.

We wandelden langs de haven, waar vissers- en toeristenboten aangemeerd lagen en zagen op de achtergrond de berg Storsteinen al liggen. Via de kilometerlange Tromsøbrugliepen we van het eiland Tromsøya naar het vasteland. Onderweg bewonderden we de markante IJszeekathedraal, die met zijn driehoekige gevel uit het landschap oprijst.Het was waterig koud met een temperatuur rond het vriespunt. We namen de Fjellheisenkabelbaan naar boven. Op de bergkam was het echt winter met een dik pak sneeuw. Diep weggedoken in mijn jack genoot ik vanaf de bergkam van het panoramisch uitzicht op Tromsø, de eilanden, fjorden en bergen. We konden de stad zowel in de schemer als sprookjesachtig verlicht in het donker onder ons zien liggen. En fotograferen natuurlijk.

De wedstrijd

Op zaterdag stonden we tijdig in het stadhuis voor de startnummers en felbegeerde shirtjes. De organisatie adviseerde met klem om tijdens de loop spikes te dragen. Terug in het hotel ging de discussie over het aantal laagjes kleding en vooral het schoeisel vrolijk verder. Het was inmiddels een paar graden boven nul en op delen van het parcours lagen ijsplaten. Uiteindelijk brachten alle lopers vlak voor vertrek zolen met spikes rond de loopschoenen aan en schuifelden onwennig over sneeuw en ijs richting het startvak. Tien Nesselopers liepen de halve marathon, vier de tien kilometer. In het donker klonk om drie uur 's middags het startschot en even later het tikkende geluid van honderden spikes die door de ijsvrij gemaakt winkelstraat echode. Ik twijfelde toen nog steeds over die verdraaide spikes. Mijn voeten zwikten, één bandje knelde en het liep voor geen meter. Toen we na vijfhonderd meter over een ijsplaat de eerste helling begroetten was ik om. Hier was ik anders snoeihard onderuitgegaan. In de sneeuwranden langs het parcours brandden fakkels. Na een paar kilometer strekte de stad zich naast ons uit en zag ik het verlichtte kabelbaanstation.

Ik liep in een groepje van vijf en ons sleutelwoord was genieten. Van elkaars gezelschap, de sneeuwvlakten onderweg, de lichtjes van de stad naast ons, de loopmaatjes die ons na het keerpunt halverwege tegemoet kwamen. We begroetten elkaar met een enthousiasme alsof we oude vrienden na lange tijd weerzien. We vonden onderweg tijd om met andere lopers te praten, afkomstig uit onder andere Polen en Duitsland. Het lopen op spikes maakte het zwaar en ik kreeg last van plekken die ik anders nooit voel. Het smeltende ijs vormde diepe plassen die ik in het donker soms te laat zag waardoor ijskoud water mijn schoenen binnendrong. Op de terugweg blies een straffe koude tegenwind over de sneeuwvlakten en dat voelde alsof het leven letterlijk door mijn aderen werd gepompt. Na twee flinke klimmetjes liepen we met z'n vijven naast elkaar triomfantelijk over de finish waarna we een aantal reeds gefinishte loopmaatjes omhelsden, die in de kou hadden gewacht. Ik ben ontroerd door het kameraadschap en het unieke evenement waar we aan deelnemen. Met aluminium isolatiedekens omgeslagen wandelden we terug naar het hotel waar iedereen elkaar weer vond.

Husky safari

De volgende ochtend stapten we in een tourbus. Het sneeuwde lichtjes en eenmaal in de bergen keek ik met stijgende bewondering hoe de chauffeur soepel een toch wel erg glad uit ziende helling opdraaide. Terwijl we over het terrein richting een houten pand glibberden zag ik dat een aantal sleden met zes husky’s in het span op ons lagen te wachten. Tientallen hokken stonden verspreid op het terrein. Een instructrice legde uit dat husky’s maar één knop hebben en dat is gaan. Ze demonstreerde hoe je als Charley Chaplin op de slee staat met je hakken op een rubbermat tussen de glijders om geleidelijk te kunnen remmen. Flink remmen doe je als musher door op een ijzeren beugel te gaan staan. Ze beschreef uitgebreid wat er allemaal mis kan gaan, waardoor we een tikkeltje bezorgd onze thermopakken, moonboots, mutsen en handschoenen aantrokken. Twee personen bemensen een slee. Een musher, de hondenmenner, die achterop staat en een passagier die op de slee met het anker zit dat nodig is tijdens pauzes en fungeert als noodrem. De honden rennen, de musher moet heuvelop een handje helpen, bij bochten en naar beneden afremmen en vooral zorgen dat de lijn waar de honden aan vast zitten gestrekt blijft.

We maakten kennis met de honden. Die waren lief, kroelden, je voelde hun zachte vacht bijna door je handschoenen heen. In groepjes van vier sleden met een gids voorop gingen we op pad. Het eerste stuk was heuvelachting, mijn honden volgden de slee voor hen over het parcours. Heuvelop begon ik verwoed te steppen om de honden te helpen. Vergeefs, de slee viel stil, de mannetjes markeren met geheven poot de plek. Ik stapte van de slee af en begon met alle macht te duwen. Ze pakte het tempo weer op en toen de eerste twee husky’s boven waren kwam de vaart er gelijk in. Ik slipte weg, bleef nog net op de been en spring op de glijders van de slee. Het zweet brak me uit onder mijn thermopak. Het bleef opletten want door een lichte daling naderden we snel een haakse bocht. Ik stap vol op de ijzeren beugel en we minderden net genoeg vaart om goed de bocht door te komen. Het voelde bijna alsof de slee op één glijder de bocht nam en een triomfantelijk gevoel overspoelde me. Ik waande me één met de natuur toen ik in bochtig stuk de slede voor me uit het oog verloor. Met Jolan samen op deze slee, de honden die renden, de ijskoude wind die strak over de Breivikeidet vallei blies. De vochtigheid sloeg tegen me aan terwijl we over de sneeuwvlakte gleden en een grijs gordijn zich her en der opende om de bergen te laten zien. Er daalde een aangename rust over me en ik kreeg meer gevoel voor timing van remmen en de husky’s helpen. Bij de eerste stop wisselden we van plek en nam Jolan haar rol als musher met verve op zich. Na de tweede stop mende ik het laatste stuk met pittige afdalingen en wilde het liefst bij terugkomst op het thuishonk gelijk nog een rondje doen.

Intussen speelde zich achter ons een hachelijk avontuur af. Een van onze mushers viel onderweg van zijn slee. Verlicht van zijn gewicht gingen de honden er als een kanonskogel vandoor terwijl de passagier niet doorhad dat haar hondenmenner eraf lag. Die stond intussen op het pad en zag de volgende slee op zich af komen. Remmen hielp niet en na de kreet ‘opzij’ sprong hij nog net op tijd in de sneeuwlaag naast het parcours, anders waren ze als Rataplan over hem heen gedenderd. De onbemande slee spoedde intussen recht op haar voorganger af, die inmiddels was gestopt. De musher van die slee doorzag de situatie en brulde ‘je bent alleen, rem.’ Door het anker uit te gooien kon de passagiere haar slee nog net op tijd tot stilstand brengen. Toen de gids polshoogte kwam nemen en gelijk weer verder wilde gaan, leidde dit tot de inmiddels legendarische uitroep ‘No, I lost my husband.’ Die voegde zich even later ploeterend door de sneeuw bij het groepje en nam onverstoord weer zijn plek op de slede weer in. Dankbaar namen we bij de huskyboerderij afscheid van de honden, warmden ons in een tipi-achtige tent en kroelden om beurten met de meest schattige husky pup die je ooit hebt gezien.

Noorderlicht

Aangezien we om achttien uur zouden vertrekken, was er overdag gelegenheid om iets te ondernemen. Het plan was om naar een verderop gelegen fjord te gaan, waarvoor we twee lijnbussen nodig hebben. De juffrouw achter de ticketbalie keek ons meewarig aan toen we ons plan uitlegden. Het sneeuwde flink en de kranten meldden dat veel toeristen zich na valpartijen bij de ziekenhuizen melden. Na koortsachtig overleg besloten we om wat van de omgeving te zien en een bus te nemen. Bij het eindpunt wandelden we langs een haventje aan de fjord waar een dichte grijze mist over het water drijft en ons het ongetwijfeld adembenemende uitzicht ontneemt. Buurtbewoners vegen verwoed hun oprijlanen schoon en sneeuwschuivers houden de wegen begaanbaar.

Om zes uur is het dan zover. Alsof ik me voor een loop voorbereid heb ik zorgvuldig meerdere laagjes kleding uitgezocht. We pasten met zijn vijftienen net aan in het busje van B onze Poolse gids. Een mix van twijfel en hoopvolle verwachting namen we met ons mee. Het was bewolkt, het sneeuwde. “Wees niet zo dom om de wolken te volgen, wacht en kijk welke richting ze op gaan” zei Bart.’  ‘Eerst rijden we naar het zuiden, dan naar het oosten langs een bergkam die de wolken voor ons moet tegenhouden,’ vervolgde hij.  Zijn woorden gaven me moed, de stemming in de bus bleef gezellig door de twijfel heen.  Beslagen ruiten werden schoongepoetst om mee te kijken naar de hemel. ‘Ik zie sterren, waarom stoppen we niet’, klonk het om me heen. Het busje stopte een aantal keer, Bart bestudeerde de hemel en zijn smartphone en concludeerde: ‘We hebben nog één kans, een mooie plek in Finland, daar is het helder’.

We stopten op een parkeerplaats, wurmden ons in thermopakken en sneeuwschoenen en onder het licht van onze hoofdlampen schuifelden we door de laag sneeuw over een bevroren meer, gelegen naast Keinovuopio, een Zweeds gehucht dat alleen vanuit Finland bereikbaar is. De sterrenhemel was adembenemend. Ik legde mijn hoofd in mijn nek om er zoveel mogelijk van te zien. Bart hielp iedereen met de juiste camera-instellingen en schroefde camera’s op tripods. Er dreef bewolking langs, dun en ijl, die gelukkig snel verdween. Een lichte nevel gleed langs de horizon. Ik drukte op goed geluk eens op de cameraknop en zie tot mijn opperste verbazing groene spikkels op het schermpje. Was dit Aurora die zich langzaam toonde? Volgeladen met spanning spiedde ik de hemel af. En toen was het er. Een groene vlam trok langs de sterrenhemel. We juichten alsof Nederland in de laatste seconde van de WK finale het winnende doelpunt scoorde. Er was een mix van opluchting, verbazing, blijdschap en verwondering dat zich uitte in knuffels en high fives. Het fenomeen bleef en veranderde voortdurend. Ik kwam ogen te kort om alle beweging om me heen te volgen. Aurora bewoog soms rustig als in een wals en dan weer swingde ze langs het firmament. Jolan en ik poseerden samen voor Bart’s camera, anderen volgden tot iedereen op de gevoelige plaat stond, en er natuurlijk een groepsfoto werd geschoten. Het was alsof ik op wonderbaarlijke wijze in een sprookjesland was beland waar mijn geluk in groene letters in de sterrenhemel geschreven stond. Liggend op de grond voelde ik me verbonden met alles om me heen.

We schoven aan rond een kampvuur, soep en choco smaakten magisch goed. Langzaam verdween het groene licht in de poolnacht, wat bleef was die adembenemende sterrenhemel. Met een klein groepje liepen we over een voetgangersbrug Zweden in. Op een totaal verlaten plek stonden kriskras besneeuwde auto’s, winkelwagens en lagen boten op de kant. Een absurd tafereel zonder een mens in de buurt. Terug in de bus naar Tromsø kwamen we al snel in een sneeuwstorm terecht. De bestuurder zat tegen het raam van de bus geplakt en verzocht om stilte om zich te kunnen concentreren op de weg en mogelijk uit het bos opduikende rendieren. Om vier uur kwamen we bij het hotel aan, waar in de lounge met een glas whisky werd geproost op deze unieke belevenis. De volgende ochtend wekte een brandalarm, dat gelukkig vals bleek, ons om acht uur. Op zich kwam het wel goed uit, want dankzij het alarm was iedereen op tijd beneden voor een taxibusje naar het vliegveld.

Weer thuis

Deze reis zal me altijd bijblijven. Het is fantastisch om zo met een groep loopvrienden op stap te zijn en natuurlijk hadden we alle geluk van de wereld met het noorderlicht. Het lopen in het buitenland voegt voor mij een dimensie aan mijn liefhebberij toe. De ontmoetingen met mensen uit andere delen van de wereld, een ander terrein voor inmiddels vertrouwde loopafstanden, andere omstandigheden. De verbondenheid in onze groep, de wil en passie om dit samen te beleven was prachtig. Dit verslag vroeg meer woorden dan gebruikelijk, en dan heb ik het niet eens gehad over de stad Tromsø, de gezellige maaltijden, het borrelen in de hotellounge, de flexibiliteit als zaken anders verliepen en het bezoek aan een ijsbar met fraaie ijssculpturen in de gelagkamer. Toch schieten woorden ook te kort om de magie van de momenten volledig recht te doen en de dankbaarheid uit te drukken die ik voel omdat ik erbij mocht zijn.